Als hij negen jaar is, krijgt Leon een broertje, Jake. Leon heeft zijn vader, een zwarte man, amper gezien. Jake's vader, een blanke man, is getrouwd en wil geen contact met Carol, de moeder. Carol is depressief en heel onevenwichtig. Leon neemt de zorg voor Jake op zich. Als Carol naar een tehuis moet, komen Leon en Jake bij Maureen in huis, die veel ervaring heeft met pleegkinderen. Ook hier zorgt Leon voor Jake. Als Jake tien maanden is, wordt hij geadopteerd. Leon weet niet waar Jake naar toe is gebracht en raakt totaal van streek. Hij is recalcitrant, presteert niets op school en maakt geen vriendjes. Als Maureen een beroerte krijgt, wordt Leon bij haar zus Sylvia geplaatst. Hij voelt zich hier niet thuis. Bij toeval komt hij met zijn fiets bij stadstuintjes terecht en sluit vriendschap met het donkere jongetje Tufty en de Ier Devlin. Aangrijpend, ontroerend relaas over de impact van een ontwricht gezin op een negenjarig kind. De heftigheid van zijn emoties, zijn onhandelbaar gedrag, zijn vraag naar aandacht en het falen van de maatschappelijke werkers wordt realistisch, met inzicht, beschreven. Deze debuutroman van Kit de Waal (1960) haalde de shortlist van Costa First Novel Award 2016. Hide text