A.F.Th. Van der Heijden heeft zijn schrijfvreugde weer helemaal teruggewonnen in zijn eerste echt historische roman.
Beloftes zijn er om in te lossen, zelfs in de onvoorspelbare wereld van de kunsten. De uitgeverij van A.F.Th. Van der Heijden kondigde enkele jaren geleden een eerste historische boek aan van haar coryfee: een novelle in opdracht van de stad Nijmegen. Maar toen Van der Heijdens zoon Tonio verongelukte, verdween de opdrachtroman op de achtergrond. Hij beweerde in die dagen zelfs nooit nog een nieuwe roman te zullen schrijven. Die ban herriep hij later weer. In 2013 verscheen De helleveeg - waarvan volgend jaar de verfilming uitkomt. Aan het eind van zijn nieuwe boek, De ochtendgave, jaagt Van der Heijden zichzelf weer op met een ambitieuze planning: vier nieuwe titels worden in het vooruitzicht gesteld, waaronder twee delen van zijn meest roemruchte cyclus De tandeloze tijd. Of die er effectief allemaal komen, valt nog te bezien. De auteur heeft een indrukwekkend trackrecord van romanbeloftes die in het ijle bleven zweven. Maar met De ochtendgave lost Van der Heijden zijn belofte aan de stad Nijmegen alsnog in.
Een hemd met gouden knopen
Dat doet hij met verve. De gruwelijke openingsscène is een huiveringwekkend hoogtepunt: de kop is er meteen af. Letterlijk: de roman start in Nijmegen, in 1705, met een onthoofding. Vervolgens keert Van der Heijden terug naar 1672, het jaar waarin de stad belegerd werd, om daarna naar 1678 te springen, toen in Nijmegen de vrede werd getekend tussen de Verenigde Provinciën en de Franse koning Lodewijk XIV, die vond dat de Nederlanden hem eigenlijk toekwamen. Op het einde springt de verhaallijn naar 1705. Je kunt een schaar zien in die structuur: via het midden langs het ene been naar beneden en vervolgens langs het andere been weer naar boven. Lezers van A.F.Th. Van der Heijden kennen die structuur van zijn andere romans, en ook hier werkt het feilloos. Hij is niet in de val getrapt om de lezer te overspoelen met een overvloed aan gebeurtenissen. Hij concentreert zijn verhaal heel gebalanceerd rond de bezetting en de Vrede van Nijmegen.
Een andere val die hij in De ochtendgave vermijdt: overdadig laten blijken dat hij een hele historische bibliografie achter de kiezen heeft. Heel wat historische romans gaan gebukt onder deze redenering: ik heb al die verdomde moeite gedaan om me door die stofferige naslagwerken te ploegen en ik zal dat mijn lezer nu eens even bewijzen ook.De ochtendgave focust veeleer op thema's als trouw en de onmogelijkheid van de liefde, als vanouds bij A.F.Th. Van der Heijden verbeeld via een hoofdpersonage met een sterke fabuleringsdrang. Caspar Sonmans is in 1705 secretaris van het Nijmeegse gemeentebestuur, en beleeft vanop het schavot de onthoofding van de leider van een opstand tegen het nieuwe regime. In meesterlijk aangezette details laat Van der Heijden zijn lezer de gruwel voelen: hoe de veroordeelde zijn hemdsknopen losmaakt en in de handen drukt van een verbaasde Caspar (wat te doen met het publieke geschenk van een verrader?), hoe even later zijn hoofd niet wegstuitert, maar rolt, en hoe pas seconden later uit beide lichaamsdelen het bloed begint te vloeien.
Bruid, courtisane, spionne
De verhaallijn van De ochtendgave is het zwakkere element van de roman. In 1672 trouwt Caspar met de mooie Sara. Ze verdwijnt spoorloos na de huwelijksnacht - samenvallend met de intocht in de stad van de belegerende Fransen, om jaren later weer op te duiken als spionne. Het blijft iets te vaag hoe ze exact verdwijnt en als courtisane in de armen van een Frans edelman belandt. De dramatische ontwikkelingen zes jaar later, in de nacht van de ondertekening van de Vrede, zijn me ook iets te dun. Van der Heijden moet het fabuleervermogen van Caspar net iets te hard laten werken om dat centrale moment van de roman genoeg inhoudelijke diepgang te verlenen. Hoe tragisch het ook is wat Caspar die nacht meemaakt, door zijn drang tot overdrijven krijgt hij in die scène iets potsierlijks.
Al kun je in die opgeblazen Caspar evengoed een voorbode zien van de tijd die na de Vrede van Nijmegen zou aanbreken. De Nederlanden hadden decennia van ongekende economische bloei en internationale expansie achter de rug, die later de Gouden Eeuw werden genoemd. Na het door oorlog en economische crisis geteisterde rampjaar 1672 was de fut eruit. De economie verloor haar veerkracht, de jaren die volgden, werden later gelabeld als de pruikentijd. Wanneer Caspar in 1705, als vertegenwoordiger van het zelfvoldane bestuur, mee op het schavot staat en de beul zijn zwaard laat vallen, is de Gouden Eeuw al echt voorbij. Al wat rest, is nostalgie over een verleden dat niet valt terug te draaien.
A.F.Th. VAN DER HEIJDEN
De ochtendgave.
De Bezige Bij, 296 blz., 18,90 euro, (e-book 12,99 euro).
De auteur: heeft een ruim oeuvre op zijn naam, werd befaamd met zijn romancyclus 'De tandeloze tijd'.
Het boek: trouw en de onmogelijkheid van de liefde in het decor van het belegerde 17de-eeuwse Nijmegen.
ONS OORDEEL: een zinderend historisch tableau.
Jeroen Overstijns ■
Hide text